Roeselare

Vrijdag19-04-20247:00 tot 18:00
Zaterdag20-04-20248:00 tot 11:45
Zondag21-04-2024Gesloten
Maandag22-04-20247:00 tot 18:00
Dinsdag23-04-20247:00 tot 18:00
Woensdag24-04-20247:00 tot 18:00
Donderdag25-04-20247:00 tot 18:00
Vrijdag26-04-20247:00 tot 18:00

Oudsbergen

Vrijdag19-04-20248:00 tot 17:00
Zaterdag20-04-2024Gesloten
Zondag21-04-2024Gesloten
Maandag22-04-20248:00 tot 17:00
Dinsdag23-04-20248:00 tot 17:00
Woensdag24-04-20248:00 tot 17:00
Donderdag25-04-20248:00 tot 17:00
Vrijdag26-04-20248:00 tot 17:00
Openingsuren Sluiten Vandaag open tot 18:00u Aanmelden
U bent hier: > Fruitbomen

Fruitbomen

 

De hoogstam

 

Geënte fruitbomen zijn bomen met een takvrije onder-of tussenstam van 180cm tot 230cm. Die maakten vroeger deel uit van het traditionele boerenlandschap en hebben dus een cultuurhistorische waarde. De bomen stonden dicht opeen op het boerenerf. De bomen werden toen op 7m van elkaar geplaatst en dienden voor de productie. Bomen werden aangeplant in functie van de bodemsoort en de lokale vraag (Streekeigen rassen)

Vele hoogstamboomgaarden verdwenen door de rooipremie (1969). Met deze premie wou men de productievere (laagstam)rassen promoten.
Vandaag zijn er in verschillende streken in Vlaanderen (Regionale Landschappen) terug premies te verkrijgen voor de aanplant van hoogstam fruitbomen en een bijhorende houtkant of haag (zie foto).

In tegenstelling tot laagstamfruitbomen is het snoeien van een hoogstam een moeilijke zaak. Er is enige behendigheid gewenst en de boom kan beschadigd worden door een onvakkundige pluk. Door bij de aanplant en de daaropvolgende jaren de gesteltakken goed te ondersteunen en te laten ontwikkelen (door uitbuigen, zomer- en of wintersnoei) voorkomt men veel problemen. Uitbuigen is het omlaag trekken van de gesteltakken (periode maart/april) door middel van gewichten of naar de steunpalen.

Gereedschap : Felco, silky, Hayauchi 3670-6.5 2 delig, driepuntladder,
Gewasbescherming : Subopast ecologic,
Bodemverbeteraar : DCM Myko-AktivDCM Vivimus
MeststoffenMycorrhiza Treesaver , DCM beendermeel

 

Bestuivingstabellen: klik op de tabel *

 

 * de soorten in het vet zijn verkrijgbaar bij Boomkwekerij Willaert   

 

De standplaats

 

Niet alle fruitbomen houden van dezelfde bodemsoorten. Een lichte zand, zandleem grond is het best geschikt. De bodem moet licht en goed doorwortelbaar zijn, met een goede aanwezigheid van bodemleven en voedingsstoffen. Groeikrachtige soorten zijn minder veeleisend. Appels en kersen verkiezen een zandgrond terwijl peren een iets nattere grond verdragen.
Fruitbomen hebben licht nodig en worden best noord-zuid geplaatst. Peren zijn het minst vorstgevoelig, daarom worden deze vaak aan de buitenzijde geplaatst.
Het correct planten… is de belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle boomgaard!

De boom moet even hoog aangeplant worden als in de kwekerij. Op de halskraag is de vroegere grondlijn vaak duidelijk zichtbaar aanwezig. Uitgedroogde, beschadigde en afgebroken wortels worden weggesnoeid. Inmengen van compost bij de uitgegraven grond is een pluspunt

Bodemverbeteraar :

DCM Vivimus, DCM Copron, bokashi, Jardicom compost
DCM Vulkanische lavakorrel ( om zware grond te verlichten)
Kleimineralen ( edasil) om zand en lichte gronden te verzwaren

Een hoogstamboomgaard brengt pas goed op na een vijftiental jaren. Ze worden minder intensief beheerd en zorgen spontaan voor een hogere ecologische en visuele waarde. Verschillende planten en dieren gedijen er en vinden er voedsel. De holtes in de oudere bomen zijn schuilplaatsen voor kleine zoogdieren en vogels. Herbiciden of pesticidenbehandelingen worden dan ook minder vaak of niet toegepast onder en in deze bomen.

Een hoogstamboomgaard kan extensief worden begraasd maw in het vroege voorjaar komen er verschillende kruidachtigen tot bloei om dan nadien gehooid of gemaaid te worden . Een nabegrazing met schapen of runderen of de aanwezigheid van andere kleinere neerhofdieren is perfect mogelijk, mits de nodige boombescherming. Afgevallen fruit is perfect voedsel voor de vlinders en egels (zie foto)

Steunmaterialen : Kastanje afsluiting, tuinpaal
Boombescherming : Boomharnas gegalvaniseerd, boombeschermer

De aanwezigheid van korstmossen op de boom (stam en takken) is een goede graadmeter van de luchtkwaliteit in de buurt. Gele dooiermossen (zie foto) wijzen vaak op een teveel aan ammoniak in de lucht en de aanwezigheid van intensieve landbouw in de buurt. Jonge bomen, maar vooral bessenstruiken kunnen hier sterk onder lijden. Het inwerken van natuurlijke bodemverbeterende en versterkende materialen kan de plant versterken

Bodemverbeteraar : DCM Copron, DCM Vivimus, Bokashi

 

Ziektes

 

Bacterievuur (bronvermelding : pcfruit vzw)

Bacterievuur (Erwinia amylovora), ook wel perenvuur genoemd is een bacteriële ziekte die sinds 1972 in België voorkomt. Het zwart verkleuren van bloesems, vruchten, bladeren en twijgen doet denken aan het verschroeien door vuur. Vandaar ook de naam bacterievuur. Ook de snelheid waarmee de infectie kan uitbreiden doet denken aan vuur.

In de eerste jaren van aanwezigheid in België veroorzaakte bacterievuur veel schade aan de perenboomgaarden en enkele gevoelige appelvariëteiten. De fruittelers werden verrast door deze nieuwe ziekte. Bij gunstige weersomstandigheden en infectievoorwaarden kan deze bacterie snel uitbreiden en veel bomen aantasten. Hierdoor werden er veel bomen gerooid, tot zelfs volledige perenaanplantingen.

• Anneke Tek is een dialect voor wormstekigheid bij appels en peren. Dit is een aantasting door fruitmot (artikel: pcfruit vzw)  (klik hier voor meer info

Behandeling :

Sun spray garden
Conserve garden
Bio pyretrex

 

Weetjes

 

Het witten van de stam

In sommige streken en op oudere erven zie je vaak hoogstamboomgaarden met een wit geverfde stam. Dit is om het zonlicht te weerkaatsen zodat de stam minder snel opwarmt en dus niet scheurt in het vroege voorjaar. Het kalken pas je toe in oktober/november. Vroeger werd hiervoor ongebluste kalk gebruikt (nu verboden!) om de ‘schadelijke’ insecten te doden. Nu zijn er andere duurzame middelen hiervoor

Behandeling : Dcm TreeShield® bomenwitsel

 

Bijen zorgen voor deze lekkernijen


De bevruchting bij de meeste fruitbomen gebeurt door kruisbestuiving. Hiervoor zijn er verschillende rassen van de zelfde soort noodzakelijk (appel/appel…peer/peer). Honing- en solitaire bijen, hommels en de wind zorgen voor de noodzakelijke bestuiving. Door in de buurt van de boomgaard insecten vriendelijke planten te plaatsen of te zaaien (download hier onze bij- en vlindervriendelijke folder) en het installeren van een bijenhotel (foto) kan men deze bestuivers helpen.
James Grieve is er zo eentje met uitstekend stuifmeel voor kruisbestuiving. De periode van bloei en dus rijpheid van het stuifmeel is echter van groot belang. (Zie bestuivingstabellen). Door het creëren van een microklimaat, plaatsen van een houtwal of hagen rondom de boomgaard, kan men de schade door vorst in het vroege of late najaar enigszins beperken. Uitstekende soorten voor de aanleg van deze windschermen zijn: Haagbeuk, Hazelaar, Gele kornoelje, Spork, Gelderse roos, Wilde ligustrum, Sleedoorn enz…

 

Benamingen

 

Halfstam: geënte fruitboom met een takvrije stam van 120 cm tot 150 cm en geënt op een onderstam

Laagstam: geënte fruitboom met een takvrije stam van 60 tot 90 cm. Meestal geënt op een zwakkere onderstam

Leifruit: Fruitboom met een stamhoogte van 30 tot 200cm en hoger – vrij van takken en hoofdtakken die verticaal en of horizontaal worden geleid. Leifruit wordt ieder jaar gesnoeid.

Onderstam: gedeelte van de gekweekte fruitboom dat wortelt in de grond. Hierop wordt laag bij de grond de tussenstam geënt.

Tussenstam: de zichtbare stam bij geënte fruitbomen.

Schrijf u in op onze nieuwsbrief

Inschrijven